Laadlampje dynamo en controlelampjes

Na het aanzetten van het contact is het een vertrouwd gezicht wanneer alle controlelampjes gaan branden.
Het contact maakt een plus naar connector-A2 van het instrument panel.
Vanaf A2 loopt een parallelle plus verbinding naar alle controlelampjes, deze is continue zolang het contact aan staat.
Van de volgende controlelampjes is de min van het lampje via connector-C3 via een parallelle aansluiting met de laadstroomdraad van de dynamo verbonden:

turbodruk(diesel)
niveau koelwater(indien aangesloten)
handrem
remvloeistof
accu
foutlicht indicator
ruitensproeiervloeistof niveau
service indicator of exhaustgas(diesel) indien aangesloten

Op de verbinding naar C3 zit een diode om een tegenstroom te stoppen.
Ook zit er een diode op iedere verbinding vanaf een controlelampje naar de parallelle aansluiting behalve bij het lampje van de dynamo.
De diodes zorgen ervoor dat alleen het betreffende controlelampje, waar een min verbinding vandaan komt, gaat branden.
zie schema:

Schema tellerunit3

C3 zit rechtstreeks aangesloten op de D+ aansluiting van de dynamo.

Deze aansluiting zorgt voor een stroomkring wanneer de dynamo niet draait en dient als voorbekrachtiging van de veldspoel van de dynamo.

Er wordt dan een plus verbinding via de lampjes getrokken en de dynamo dient als min-pool.
zie: http://www.volvo700vereniging.nl/system/...
Voor de dynamo is deze stroomkring nodig om de stroomproductie van de dynamo opgang te brengen.
De stroomkring wordt tevens gebruikt om te laten zien dat de controlelampjes werken bij contact aan.

Hoe meer lampjes parallel zijn aangesloten hoe groter de laadstroom voor de dynamo.

diodesl

Zodra de dynamo stroom levert komt er een plusspanning op C3, deze stopt echter bij de diode en alle controle lampjes gaan uit.

laadstroom

Wanneer de dynamo geen spanning meer afgeeft bijvoorbeeld door versleten koolborstels zullen alle controlelampjes weer gaan branden net zoals bij contact aan.
Aangezien dit proces niet van het ene op het andere moment gebeurt, zullen de lampjes eerst zwak gaan branden of sommige wel en andere niet.

Het controlelampje oliedruk krijgt de min vanaf de oliedruksensor en brandt alleeen wanneer de oliedruk weggevallen is. Dit is meestal het geval voor het starten.
Het controlelampje lambda krijgt de min direct van de ecu en behoort bij contact aan ook te branden.
Het controlelampje ABS(indien het erop zit) krijgt de min van de ABS regelaar.

Lampjes die niet in gebruik zijn kun je voor andere doeleinden inzetten om ergens een signaal voor te geven.

De controle lampjes Voorgloeien(A9), overdrive(A6), reserve(5)(C10), ABS(C8) hebben geen verbinding met de laadstroomdraad en zijn daarom het makkelijkst te gebruiken.
Gebruik je de lampjes in de standaard fitting dan kun je een min-signaal op de betreffende poort aansluiten.
Heb je een plus signaal dan kun je een verlichtingsfitting met lampje gebruiken en deze in een vrij gat proppen, dan is de aansluiting vrij van de printplaat.

De stekkers A,B,C,D op de printplaat zijn gemarkeerd, de begin- en eindnummers van de poorten ook.

Wanneer de alluminiumkap voor het instrumentenpaneel moeilijk los komt, buig dan de metaalveertjes bij voordat je de kap terugzet. Het stukje tussen de 2 haakse hoeken plat knijpen.

Documentatie en coderingen komen voornamelijk uit TP390802_940_1995_wiring_diagrams_section3_39.pdf.

Het betreft model95- informatie. Bij voorgaande bouwjaren is de systematiek hetzelfde. Je moet er alleen even het juiste wiring-diagram bijzoeken voor de coderingen.

connectors

Over de vereniging

Social

  • Facebook
  • Flickr
  • YouTube

De VolvoKV is lid van

FEHAC
KNAC
NCAD
Fehac
KNAC
NCAD