<p>Jan,</p><p>Op de draad van bobine naar de stroomverdeler kun je alleen +12 V meten (met een eenvoudige voltmeter, DC-stand) wanneer de puntjes open staan. Die draad is namelijk verbonden met het beweegbare en geïsoleerde contactpuntje, het andere contactpuntje zit aan het huis van je stroomverdeler en die hoort aan het chassis en dus de min van je accu te zitten. De contactpuntjes samen moet je zien als een schakelaar: als die open staat loopt er geen stroom, zodra gesloten loopt er dus wel die stroom van ca. 3 Ampere. Mijn suggestie met de Ampere meter bij geopende puntjes houdt in dat je met die Ampere-meter tijdelijk de schakelaar sluit, want een ampere-meter heeft als eigenschap dat deze vrijwel een kortsluiting vormt. De werking van het geheel is dat er gedurende het lopen van de stroom een magnetisch veld wordt opgebouwd in de bobine, als de puntjes open gaan wordt de stroom verbroken terwijl het opgebouwde veld er nog is. Dat is in feite energie die dan niet weg kan en dat resulteert in een vonk, een klein vonkje over de contactpuntjes waarbij de condensator de gevolgen van dat vonkje (inbranden) moet voorkomen door die energie op te slaan, maar gelijktijdig ontstaat er aan de secundaire kant van de bobine de gewenste hele hoge spanning omdat het een transformator is. Misschien wat te veel elektrotechniek, maar wat basiskennis heb je nu eenmaal nodig als je problemen wilt oplossen. </p><p> Je vertelde dat je het geheel opbouwt: kijk ook nog eens goed of je motorblok wel een goede elektrische verbinding maakt met het chassis - liefst met een brede gevlochten massa-kabel zoals ook tussen de min-pool van je accu en het chassis hoort te zitten. Dit is ook van belang voor een goede werking van zowel dynamo als startmotor. Ik kan je desgewenst wel foto's sturen van de manier waarop ik dat heb gedaan bij mijn 1800. groeten. </p>
Dick Groot Boerle 1800 S - 1963
