Een gesprek met rally rijder Herman Konkelaar

Nu ken ik Herman ook persoonlijk, omdat hij mede-bestuurslid is van regio oost. Dat maakt het gesprek natuurlijk veel meer ongedwongen, je weet wie er tegenover je zit.

Als Herman begint te vertellen kun je wel merken dat dit niet een gewone hobby is, maar een passie. Wanneer iemand hoort dat hij aan rally rijden doet, krijgt hij al snel te horen "lekker crossen en scheuren". Hieraan kun je merken dat ze niet weten wat het rally rijden inhoudt. Het is beslist niet crossen, er zit veel meer aan vast, en ten alle tijden is het rijden met je hoofd, en je verantwoordelijkheid naar elkaar en het publiek. Doe je dat niet, dan lig je al snel uit de race en ben je het inschrijfgeld en alle verdere kosten ook kwijt.

Het rijden gebeurt met een heel team. Zo is Herman de navigator, Gert Boer de chauffeur en de servicegroep bestaat uit: Flok Boer (ja die), Erwin en Claudia. Het serviceteam rijdt mee in een busje met reserve onderdelen, nieuwe banden en benzine. O. ik ben vergeten te vertellen dat de rallies gereden worden in een Amazon, die klein beetje is aangepast. Alles wat kan branden is uit het interieur verwijderd, er zit een blusinstallatie in en uiteraard een rolbeugel met de nodige versterkingen. Goede stoelen met een meerpuntsgordel mogen dan ook niet ontbreken. De ramen zitten er wel in, het wordt anders erg koud. De auto is wel geschikt om op de normale Nederlandse wegen te mogen rijden. Omdat er geen isolatie in zit, moet er met elkaar gecommuniceerd worden door een intercom in de helm.

Je mag alleen een rally rijden als je over een licentie beschikt. Om aan een licentie te komen moet je de reglementen van het K.N.A.F kennen en daar examen in gedaan hebben. Herman vertelde dat het hele strikte regels zijn, waar je je beslist aan moest houden, bij een overtreding krijg je 1 waarschuwing en bij een tweede overtreding word je gediskwalificeerd. Dit ook ter bescherming van iedereen. Herman en Gert mogen met hun licentie over de hele wereld rijden. Het duurt jaren voor je zover bent.

Als dit alles is doorlopen en je bent in het bezit van een licentie, een auto en een serviceteam, dit alles volgens de reglementen van het K.N.A.F., dan mag je je inschrijven voor een rally. Aan inschrijfgeld ben je ongeveer fl.1000,-- kwijt en daarbij moet je een aparte verzekering hebben. De normale verzekeraar verzekert zo'n auto niet graag. Verder komen er natuurlijk de benzine, banden, onderdelen en versnaperingen bij. Het is dan ook geen goedkope hobby, maar wel één die je een kick geeft. Je mag namelijk heel hard rijden op een speciaal afgezet stuk van de openbare weg, zonder tegenliggers en snelheids controles.

Voordat er gereden wordt op een parcours, wordt dit eerst een paar dagen van tevoren verkend, hierbij worden afstanden, bochten etc. nauwkeurig opgeschreven. Per wedstrijd krijg je dan ook een routeboek. Herman liet dan ook zo een pil zien. Bij het verkennen mag er nooit harder gereden worden dan de verkeersregels aangeven. Dit verkennen mag ook alleen op tijden die door de K.N.A.F. worden aangegeven. De strikte tijden zijn er voor om overlast tegen te gaan. Als je dit niet doet, dan is het weer einde oefening. Mensen die zich niet goed aan regels kunnen houden, zullen hier ook geen plezier aan beleven. Na dit verkennen, wat heel belangrijk is, komt het echte werk. Er wordt om de minuut gestart, zodat je elkaar bijna niet tegen kunt komen. Het eerste stuk gaat over de openbare weg en daar moet iedereen zich aan de verkeersregels en snelheden houden. Via een bolletje-pijltje-route komt deze uit bij een klassementsproef. Hier moet je precies op tijd aankomen, niet te laat en niet te vroeg, dat levert allemaal strafpunten op. Hier aangekomen heb je 3 minuten de tijd voor de daadwerkelijke start om je helm op te zetten en klaar te maken. Na het startsignaal is het dan ook direct plankgas en zo snel mogelijk de verkende route rijden. Hierbij moet de navigator en chauffeur heel goed op elkaar zijn ingespeeld. En steeds je hoofd blijven gebruiken. De navigator leest op wat er na zoveel meter gaat komen, bijvoorbeeld na 500 meter scherpe bocht links. Als navigator moet je dit zo doen, dat de chauffeur het direct begrijpt, en niet vraagt "wat bedoel je". Op volle snelheid heb je niet zo veel tijd om hier over in debat te gaan. Het starten en finishen gaat via een lichtcel, zodat er eerlijk wordt geklokt. Alle gereden klassementsproeven worden bij elkaar opgeteld, uiteraard heeft de snelste dan gewonnen. De klassementsproeven, die een afstand van 5 tot 25 kilometer kunnen hebben, liggen ook een eindje uit elkaar, hierdoor moet je steeds van de één naar de ander rijden, dit gaat steeds precies op tijd, klok je te vaak te laat, dan volgt weer een diskwalificatie. Ze zijn wel erg streng bij het K.N.A.F. was een opmerking van mij. Volgens Herman was dit ook nodig om de sport zuiver te houden. Het totaal van de klassementsproeven kan wel een afstand van 250 kilometer bedragen en om van A naar B te komen, kom je snel op een 500 kilometer. Na 1 of 2 klassementsproeven staat de servicebus klaar om bij te tanken, te eten, reparaties uit te voeren en, afhankelijk van het parcours, banden te wisselen. Hierna rijdt de servicebus naar de volgende ontmoetingsplaats. Ook dit is in het reglement beschreven. Totaal zijn het snel 15 klassementsproeven die er gereden moeten worden, waarbij tussen door de tussenstanden bekend worden gemaakt, dan weet je hoe je verder moet rijden, gewoon doorrijden of voor de eerste prijs rijden.

Het blijft steeds een samenspel van iedereen, dit is iets wat Herman elke keer blijft herhalen. Na dit verhaal kreeg ik ook een betere indruk van wat rally rijden nu inhoud. In ieder geval meer dan crossen, gebruik dat woord nooit tegen een rally rijder.

Bedankt Herman, ik hoop dat ik het een beetje duidelijk op papier heb weten te zetten, want als jij eenmaal over rally rijden begint te praten zeg.

René