Loodhoudende brandstof bevat geen lood, maar Tetraethyllood-verbinding. Puur lood zou onder invloed van de verbrandingshitte het metaal wegvreten (bekend als "hot corrosion"). De verbinding zorgt er bij verbranding voor dat het lood neerslaat op het metaal i.p.v. het opvreet. Loodhoudende brandstof kan dus geen smerende werking hebben voordat het verbrand is. TEL werd in de vroege jaren van de auto-industrie aan de benzine toegevoegd om het octaangetal te verhogen. Men kwam er pas later achter dat het lood ook de kleppen beschermde tegen slijtage. Tot dan toe moesten de kleppen elke paar honderd of paar duizend (?) km opnieuw geslepen worden. Dat lood een laagje achterlaat die gedurende bijna 10.000 km in stand blijft is algemeen bekend en bewezen. Ook is bewezen dat loodvervangers die langdurige werking niet hebben. Er bouwt wel een laagje op, maar die is dus weer vrij snel verdwenen als er geen loodvervanger gebruikt wordt. De beste oplossing is het plaatsen van een nieuwe cilinderkop met geharde klepzittingen. Dit is niet noodzakelijk als er rustig gereden wordt (onder de 3.000 rpm blijven). Ik heb een B20A met standaard kop die 60.000 km op LPG gelopen heeft. De stelwegen zijn nog niet opegbruikt. Echter, je kunt de kop al in 20.000 tot 30.000 km de soep in draaien als je stevig doorrijdt.