Ik blijf het opmerkelijk vinden hoeveel waarde er gehecht wordt aan de smerende werking van benzine en loodvervangers. Lood heeft pas een smerende werking als het na ontbranding is afgezet op metalen delen. Of loodvervangers überhaupt een smerende werking hebben weet ik niet. Maar het probleem zit hem bij klepzetelslijtage niet in de smering, maar in de temperatuur. In den beginne was benzine belabberd en de motoren liepen derhalve op bijzonder lage compressieverhoudingen (rond 1:4). De kleppen moesten bovendien zeer geregeld opnieuw geslepen worden, maar dat was toen heel normaal. Op zoek naar een hoger octaangetal om hogere compressieverhoudingen mogelijk te maken (en daarmee vermogen en efficiency te verbeteren) probeerde men allerhande toevoegingen. Lood bleek te werken, echter niet puur lood, maar een verbinding genaamd tetraethyllood (TEL). Puur lood werkte zgn. hot corrosion (aantasting van de metalen in de motor door heet lood) in de hand. De TEL-verbinding behield de octaanverhogende werking, maar de tetraethyl verhinderde hot corrosion. Pas achteraf kwam men erachter dat een loodlaag zich in de motor vormde en met name de kleppen en zetels hadden daarvan baat. Niet de smerende werking alswel de hittegeleidende werking hadden nogal positieve effecten op klepzetelslijtage. Toen kwamen de jaren zestig, en vooral in Californië (m.n. Los Angeles) had men nogal last van smog. De eerste foefjes om de uitstoot te verminderen werden bedacht. De jaren zeventig zagen de uitvinding van de katalysator en daarmee de noodzakelijke terugkeer naar de loodvrije benzine. Gevolgd door het totaal in de ban doen van lood in de jaren negentig vanwege het nogal giftige karakter daarvan. Door loodvrije benzine vormde zich geen hittegeleidende loodlaag meer op de kleppen waardoor vooral de uitlaatkleppen snel konden inslijten. Klepzetelslijtage wordt veroorzaakt door het zo heet worden van de kleppen dat die - als ze gesloten zijn - a.h.w. een microlasje met de klepzetel vormen. Als de kleppen weer open gaan wordt het lasje weer losgescheurd. En je voelt em al: de klepzetel wordt daardoor zo ruw als een slijpsteen. Aangezien kleppen ook nog eens rond kunnen draaien krijg je dus een nogal schurend effect. Loodvrije benzine verbrandt heter dan loodhoudende benzine, dus dat verergert het proces nog eens.Geharde kleppen en klepzetels kunnen die hoge temperaturen aan zonder micro-lassen te vormen. Loodvervangers aan de pomp zijn niet aan te bevelen, bovendien loopt het aantal tankstations met Super MLV terug. Gebruik alleen loodvervangers met het FBHVC-keurmerk (Federation of British Historic Vehicles). Alleen die zijn onafhankelijk bewezen effectief. Als je een hoge compressie-motor hebt (bijv. B20B) zou ik ongelood 98 gebruiken. Een lage compressie (bijv. B20A) heeft voldoende aan ongelood 95. Sommige loodvervangers hebben een octaan-boostende werking. Millers VSP+ bijv. verhoogt het octaangetal met gemiddeld 2 punten en heeft het FBHVC-keurmerk.