Bijzondere modellen

Concept Cars en studiemodellen

 

 

Het eerste studiemodel dateert uit 1933. De Venus Bilo was niet door Volvo gebouwd, maar door een onafhankelijke koetsenmaker, op basis van een PV653 chassis. na de onthulling bleek dat Volvo wel degelijk bij de ontwikkeling betrokken was. Het was een test in stroomlijn-styling, ruimtegebruik in het interieur en een systeem waarbij plaatwerk bij beschadiging makkelijk te vervangen was. Het model is nooit in productie genomen.

Latere concept-projecten dateren uit de jaren 60 en 70. Veiligheid was een hot item, ontwerpen moesten practisch en functioneel zijn. Vaak waren de conceptauto's eenvoudig lelijk.

VESC_resize


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VESC

De VESC, Volvo Experimental Safety Vehicle, werd voor het eerst getoond in 1972. Veel elementen lijken op de latere 200-serie, zoals een hoekiger vorm en grote bumpers. Dit was ook een gevolg van de ontwikkeling van amerikaanse wetgeving, maar Volvo ging veel verder. De auto had airbags vóór en achter, een antiblokkeersysteem op de remmen, pop-up hoofdsteunen, energie absorberende bumpers en een systeem dat de brandstoftoevoer afsluit bij een botsing.
De auto kon een aanrijding van achter tot 80km/h en een flinke botsing aan de voorzijde doorstaan, maar ook een 'koprol'. Styling was niet geweldig, maar een veiliger auto bestond niet.

Elcar_resize

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Elcar

Later in de jaren 70 werd zuinigheid met brandstof belangrijker, net als alternatieven voor de verbrandingsmotor. In 1976 werden twee elektrische prototypes getoond. De auto's waren kleiner dan alles wat eerder door Volvo geproduceerd was. Voor Volvo waren deze projecten ook belangrijk om interieur- en exterieur ontwerpen te testen. Elektrische voortstuwing was toen nog verre van toereikend.

Taxi_resize

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Taxi

In diezelfde tijd heeft Volvo ook meegedaan aan een wedstrijd, uitgeschreven door het Museum of Modern Art in New York om een hedendaagse opvolger voor de taxi te ontwikkelen. Volvo combineerde toegankelijkheid, veiligheid en milieuvriendelijkheid in de Experimental Taxi. De strakke buitenkant heeft wat van de 700 serie. Het was de eerste voorwielaangedreven auto door Volvo ontwikkeld. De auto had een zuinige 6-cylinder dieselmotor met een automatische versnelling, goed passend in die tijd van energiecrisis. De auto had lage vloer en een grote schuifdeur om rolstoeltoegang mogelijk te maken. Airconditioning was standaard ingebouwd, net als een kogelwerende scheiding naar de chauffeur.

Het volgende concept was de VSCC, ontwikkeld door de amerikaanse tak van Volvo, getoond in 1978. Deze Safety Concept Car had pulserende remlichten, sneller knipperend als er harder geremd werd. De wielen werden voorzien van drukmeters en de claxon werd luider als de auto sneller reed.

VCC_resize

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VCC

De VCC, Volvo Concept Car uit 1980 was een voorproefje op de 700 serie, al zijn de afmetingen nog behoorlijk veranderd.

LCP_resize

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LCP

In 1983 kwam Volvo met een echt nieuw concept: in het Light Component Project werden magnesium en aluminium en plastics getest in een twee prototypes. De eerste gebruikte een 1,3 liter 3-cylinder turbodiesel injectiemotor, de andere een 1,4 liter turbodiesel. Vooral de materiaaltest in relatie tot veiligheid, betrouwbaarheid en recycling was belangrijk. De auto's wogen 700kg en haalden 100km/h, met matig brandstofverbruik. Het ontwerp was radicaal voor 1983, maar zou tegenwoordig niet echt opvallen. Wel heel apart was de naar achter gerichte achterbank.

ECC_resize

 

 

 

 

 

 

 

 

ECC

De Environmental Concept Car uit 1992 lijkt al heel veel op de S80 uit 1998. De auto was gebouwd op de basis van de 850. Kwaliteit, veiligheid, comfort en prestatievermogen waren de toverwoorden, naast milieuvriendelijkheid door de toepassing van gerecyclede materialen. De auto was voorzien van een hybride benzine-gas turbinemotor die een generator en daarmee de accu laadde en elektrische motor aandreef. De auto had een luchtweerstand van slechts 0,23.
Styling-elementen grepen terug op het verleden: de zijkant van de Amazon, de schouders van de 140 en de V-vorm op de motorkap die al voorkomt sinds de PV444 zijn terug te vinden in het ontwerp. Het koetswerk moest van volledig recyclebaar aluminium zijn, waardoor het lage gewicht bijdroeg aan een laag verbruik en hoge prestaties. Twee jaar later kwam de Audi A8, gebouwd met een aluminium frame, maar Volvo was nog niet zover.

Eyecar_resize

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eyecar

In 2000 werd de Eyecar onthuld, een mislukt soort S80-coupé. De Eyecar was gebouwd om de ogen van de bestuurder. De stoelen, stuurwiel, middenconsole en pedalen bewegen naar de juiste positie voor de bestuurder. Zonder dat de bestuurder er zelf iets aan hoefde te doen. De theorie was dat optimaal zicht de sleutel was om wegen veiliger te maken. Misschien wordt dit in de toekomst verder ontwikkeld, maar dit concept was mede door de geknikte B-stijl niet bepaald gracieus te noemen.

SCC_resize

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SCC

In 2001 kwam een nieuwe SCC, een 5-deurs hatchback die eruit ziet als een 3-deurs coupé. De achterdeuren waren schuifdeuren. De A-stijlen waren vormgegeven als een vakwerkligger, dus haast transparant. De andere stijlen waren zo dun mogelijk om het zicht te vergroten. Voor de overblijvende blinde hoeken waren extra sensors opgenomen. Camera's vulden de achteruitkijkspiegels aan. De koplampen konden aangepast worden van een smallere bundel voor hoge snelheden tot een bredere bundel in de stad. Ook deze auto had de eye-controlled positie van stuur en pedalen.

ACC_resize

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ACC

Het principe van een concept car is nieuwe ontwerpen en technologieën te kunnen testen op consumenten en technische haalbaarheid en functioneren. Daarmee was de Adventure Concept Car uit 2001 een groot succes. Het was een voorproefje van wat de XC90 zou worden. Veel van de ACC heeft het uiteindelijke productiemodel gehaald.

Bijzondere modellen

Het begon met Jakob

De eerste serie-geproduceerde Volvo verliet de Lundby fabriek op 14 april 1927. ÖV4 was de naam van deze ouderwetse open auto met 4 cilinders. Het chassis was gebouwd op een houten "Ash and Beech" frame, bedekt met plaatmetaal. Hij was slechts in één kleurcombinatie verkrijgbaar: donkerblauw met zwarte vleugels. De ÖV4 heeft de bijnaam "Jakob".

Volvo_Jakob_V4

De prijs van de auto was bij de introductie 4800 Zweedse kronen. Een prijs die ook de PV444 zou krijgen bij de introductie in 1944. Een klein aantal ÖV4's auto's werd geleverd als kleine bestelbus of als pick-up voor klein commercieel gebruik.

Model: ÖV4 Jakob
Varianten: ÖV4 TV (pick up)
Productiejaar: 1927 -1929
Aantal: 275 (waarvan 205 geleverd als open Tour-auto).
Body: Open Tour-auto, of als chassis.
Motor: 4 cilinder met zijkleppen, 1944 cc; 75x110 mm, 28 pk bij 2000 tpm.


Zes cilinders

Na de ÖV4 werd door Volvo een groot aantal 6-cilinder modellen gebouwd. Daarnaast verscheen er nog een curieus sportmodel: de P1900. PV staat voor Person Vagn (personenwagen). TR staat voor TRafikvagn (taxi).

PV650 serie (1929-1937)
TR620 serie (1930-1937)
PV36 Carioca (1935-1938)
PV51-56 serie (1936-1945)
PV800 serie (1938-1958)
PV60 serie (1946-1950)


P1900 (1956-1957)

De P1900 was de eerste echte sportauto van Volvo. Tijdens de fabricage en de verkoopperiode werd de auto Volvo Sport genoemd. Later kreeg hij de aanduiding P1900.

Het initiatief tot het bouwen van een sportauto ontstond in 1953. In dat jaar zag Volvo's toenmalig directeur Assar Gabrielsson de nieuwe sportwagen van Chevrolet, de Corvette. Hij was zo geïmponeerd door deze auto, dat hij wilde dat Volvo een eigen sportauto zou bouwen.

1953-corvette1
Chevrolet Corvette uit 1953. De droomauto van Volvo.

Op 2 juni 1954 is de premiere van vier prototypes van de P1900. Volvo heeft een buizenchassis ontwikkeld en voorzien van de aandrijflijn en wielophanging van de Volvo PV 444. De motor is in eerste instantie een B4B, die na aanpassingen de naam B14A krijgt en 70 pk SAE levert bij 5500 tr/m uit 1414 cm³. Deze geeft de 969 kg wegende auto een topsnelheid van 150 km/u. Later wordt de B16B motor gemonteerd met 85 SAE pk uit 1583 cc.

P1900

De relatief korte ontwikkelingstijd van de auto wreekt zich echter. Het blijkt een slechte auto. Het chassis tordeert, de kunststof carrosserie lekt en is qua afwerking beneden de Volvo maatstaf. Volgens de legende leent de nieuwe directeur van Volvo, Gunnar Engellau, de auto een weekend en besluit de maandag erop de productie onmiddellijk te beëindigen. "Ik was bang dat hij uit elkaar zou vallen" was zijn legendarische citaat. Bovendien is de interesse in de P1900 weliswaar groot, maar de auto blijkt slecht te verkopen. Met een prijs van bijna 20.000 SEK is hij dan ook tweemaal zo duur als een Volvo PV 444.

Van de geplande 300 stuks worden daardoor slechts 67 auto's, inclusief de vier prototypes, gebouwd (44 stuks in 1956 en 23 stuks in 1957). Naderhand blijken het 68 auto's te zijn, omdat twee auto's per abuis hetzelfde chassisnummer hebben gekregen. Van deze auto bestaan er wereldwijd nog ongeveer 50. Door hun geringe aantal zijn ze zeer gewild en meestal perfect gerestaureerd.

 

Over de vereniging

Social

  • Facebook
  • Flickr
  • YouTube

De VolvoKV is lid van

FEHAC
KNAC
NCAD
Fehac
KNAC
NCAD