Alles over de ontwikkeling en samenstelling van motorolie
VKV-leden in regio Noord-West kwamen op vrijdag 29 november in Heiloo alles te weten over motorolie. Een presentatie van Cees Sonneveldt bood een diepgaande blik op de ontwikkeling en samenstelling van motoroliën, met bijzondere aandacht voor de eisen van klassieke Volvo’s uit de jaren 50 tot 80.
Cees, voormalig hoofd producttechniek bij Q8 Oils, vertelde het 30-tal aanwezigen dat motorolie meer is dan alleen een smeermiddel. Het is een essentieel constructie-element dat moet zorgen voor smering, koeling, reiniging, afdichting en bescherming van de motor. Dit alles onder uiteenlopende omstandigheden van temperatuur, druk en mechanische belasting.
De basisolie, verkregen uit ruwe aardolie via raffinage- en bewerkingstechnieken zoals hydrofinishing en hydrocracking, vormt de ruggengraat van motorolie. Zaken als anti-slijtage middelen (bijv. ZDDP), viscositeitsverbeteraars, detergenten en corrosiebeschermers worden toegevoegd om specifieke eigenschappen te bieden. Hoe zuiverder en consistenter de koolwaterstofstructuren van de basisolie, hoe beter de prestaties en hoe minder additieven nodig zijn. Een belangrijke eigenschap van hoogwaardige olie is de "Stay in Grade" - het vermogen om zijn initiële smeereigenschappen langer vast te houden.
Klassieke auto's, zoals oudere Volvo-modellen, brengen unieke eisen met zich mee. Moderne motoroliën zijnvaak minder geschikt voor deze voertuigen vanwege veranderingen in chemische samenstelling. Ter bescherming van emissiesystemen bevatten moderne oliën minder zink en fosfor, wat kan leiden tot onvoldoende bescherming van oudere motoronderdelen zoals nokkenassen en hydraulische klepstoters. Voor motoren van vóór 1990 wordt daarom een olie met minimaal 1200 ppm zink en 1000 ppm fosfor aanbevolen. Viscositeit is ook een belangrijke factor: SAE 20W-50 is vaak ideaal voor oudere motoren vanwege de dikkere oliefilm die past bij de ruimere toleranties van deze motoren.
Voor de achteras van klassieke Volvo’s wordt GL-5 SAE 90 geadviseerd, een olie met sterke anti-slijtage eigenschappen die geschikt is voor hypoid-tandwielen. Bij sperdifferentiëlen is een variant met Limited Slip-additieven (GL-5 SAE 90 LS) vereist. Vermenging van oliën met verschillende specificaties kan echter problemen veroorzaken, waardoor het aanbevolen wordt om de olie volledig te verversen bij twijfel over de huidige inhoud.
De overdrive van klassieke Volvo’s vraagt eveneens om specifieke oliën, afhankelijk van het model en type. Laycock Type A werkt goed met een lichte olie zoals API CC SAE 30, terwijl Laycock Type J of ZF-bakken vaak ATF Type F vereisen op basis van Volvo voorschriften. Automatische transmissies, zoals de Borg Warner en Aisin Warner-series, hebben specifieke ATF-types nodig (bijvoorbeeld ATF Type F of Dexron II). Bij alle onderdelen is consistentie in het gebruik van olie cruciaal; onjuiste of gemengde oliën kunnen prestaties negatief beïnvloeden of schade veroorzaken.
De presentatie in Heiloo benadrukte ook de historische ontwikkelingen in motoroliën. Waar Veteran Cars eenvoudige smeersystemen en monograde oliën gebruikten, introduceerden Vintage Cars detergenten en oliecirculatie door een oliepomp. Tegen de tijd van Classic Cars kwamen multigrade oliën, zoals SAE 15W-40, in gebruik, wat betere prestaties bij verschillende temperaturen mogelijk maakte. Innovaties zoals katalysatoren, turbo’s en directe injectie (GDI) hebben sindsdien geleid tot strengere eisen aan olie. Daarnaast was de ontwikkeling van ultra-lage viscositeiten noodzakelijk voor brandstofbesparende eigenschappen. Deze moderne oliën zijn echter meestal niet geschikt voor oudere voertuigen.
Nieuwe testmethoden, zoals de Cold Cranking Simulator Test en High Temperature High Shear (HTHS) metingen, helpen ervoor te zorgen dat moderne motoroliën voldoen aan de extreem lage - en hoge temperaturen waaronder motoren soms moeten werken. Voor klassieke voertuigen is het echter vaak belangrijker om te vertrouwen op oliën die aansluiten bij de oorspronkelijke specificaties van de fabrikant. Dit biedt de beste bescherming tegen slijtage en behoud van motorprestaties.
Als afsluiting gaf Cees een leesaanbeveling voor technische liefhebbers: The Secret Horsepower Race van Calum E. Douglas. Het boek beschrijft de technologische strijd om krachtige zuigermotoren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit sluit mooi aan bij de presentatie, die niet alleen de evolutie van motoroliën beschreef, maar ook de rol van smeermiddelen als een integraal onderdeel van motorontwerp en innovatie.
De avond was georganiseerd door regiobestuurder Peter de Laat die voor deze presentatie een voor ons nieuwe locatie in Heiloo bij zalencentrum Ter Coulster heeft ontdekt. Met hapjes en drankjes, verzorgd door zijn partner Marianne, werd de avond met boeiende technische gesprekken en verhalen afgesloten.
De presentatie werd begeleid met 58 slides die kunnen worden opgehaald via deze link:
https://www.volvokv.nl/documentatie/regio-s-en-registers/ontwikkeling-motorolie