200 serie

Nadat de productie van de 140 serie stopte in 1974 en de 164 een jaar later werden deze series opgevolgd door de 242, de 244, de 245 en de 264.

De nieuwe serie was voorzien van diverse veiligheidsvoorzieningen die in de VESC, de Volvo Experimental Safety Car uit 1972. De grote bumpers uit de laatste 140 en 164 modellen zijn verder ontwikkeld tot kreukelzones. Behalve de bumpers en de koplampen was ook de stuurinrichting en wielophanging ingrijpend gewijzigd.

Een vroeg model 242

De B20 motor werd al gauw vervangen door de B21 motor die aan de steeds strengere amerikaanse emissie-eisen kon voldoen. De B21 had een lichtmetalen cylinderkop en een distributieriem. Net als bij de B20 motoren was er een keus tussen carburateurs of injectiemotoren.
De 265 had een geheel nieuwe motor, een 2,7 liter V6 die samen met Peugeot en Renault (PRV) ontwikkeld werd. Deze B27 was leverbaar met twee carburateurs of injectie. Omdat deze motor niet langer was dan de viercylindermotoren, was er geen langer front nodig.

Omdat de 240 serie een verdere ontwikkeling was van de 140 en 164 series, was er meteen een ruime keus aan modellen. In 1975 kwam de 265, de zescylinder stationuitvoering en in Amerika ook de 262, een coupé. Deze 262 was geen groot succes, onder andere door een eenvoudiger interieur en dito motoruitvoering. Een jaar later werd de 262C uitgebracht, het topmodel met de verlaagde daklijn.
In 1977 werd in sommige landen de 244L met B19 motor geleverd, een kleinere motor vanwege belastingregels.

De 242GT werd in 1978 uitgebracht, met de B21E motor, lichtmetalen velgen, mistlampen, stijvere schokbrekers en een speciaal interieur en striping.
In datzelfde jaar werd de achterzijde van de hele serie aangepast. De lampen werden breder en de achterklep vergroot. De voorzijde werd ook aangepast: rechthoekige lampen in plaats van ronde. De wielophanging werd stijver gemaakt. De 242GT profiteerde hiervan en werd uitgerust met de sterkere B23E motor.

In 1979 kwam Volvo met haar eerste diesel, de D24 werd samen met Volkswagen ontwikkeld. Het was een zescylinder uitvoering van de vijfcylinder die Volkwagen/Audi gebruikte. Maar deze nieuwe motor was lang niet zo goed als de concurrentie van bijvoorbeeld Audi en Peugeot.
In hetzelfde jaar kwam de GLT serie, leverbaar met de B23E motor of de PRV V6. In de stationuitvoering was alleen de V6 leverbaar.
In 1981 werd de cylinderinhoud van de V6 motor vergroot, de nieuwe motor werd de B28E.
Ook kwam er een 244 turbo, met een B21E.
Verder werden de bumpers wat kleiner.

In 1982 kwam de 700 serie. Hierna werd de 240 serie niet echt meer ontwikkeld. De 264 werd nog tot 1985 gebouwd.
In 1983 werd de bestaande serie aangepast en hernoemd: vanaf dit moment sprak men voor de gehele serie over de 240 serie. Er was nu de keuze tussen drie motoren. De motorkap, grill en koplampen werden veranderd. Vooral de vijfdeurs uitvoering bleef populair en werd tot 1993 gebouwd.