Commotie over Rapport "Milieueffecten van Oldtimers"

Naar aanleiding van de in de pers verschenen artikelen over de vervuilende oudere import-auto's die de wegenbelasting-vrij regeling voor klassiekers gebruiken om "goedkoop" gaf de belangenbehartiger van klassiek Nederland  FEHAC het volgende bericht uit:


In opdracht van Staatsecretaris Atsma van Milieu heeft het Planbureau voor de Leefomgeving een rapport gepubliceerd onder de titel "milieueffecten van oldtimers" en daarover is inmiddels flink wat commentaar in de pers verschenen.
De aanleiding voor het opstellen van dit rapport was tweeledig: enerzijds de verplichting van Nederland om aan steeds strengere Europese luchtkwaliteitseisen te voldoen, anderzijds de berichtgeving van eerder dit jaar over de in 2011 sterk gestegen import van belastingvrije auto's. Het ging hierbij vooral om diesels van met name 1985 en 1986. Nederland kent een hoge wegenbelasting voor diesels, geen wonder dus dat Nederlandse handelaren op strooptocht gingen naar knappe belastingvrije "Dieselbenzen" die met goede winst in Nederland te verkopen zijn. Dat ging ze goed af en opvallend genoeg vond een behoorlijk deel van deze auto's zijn weg naar particulieren in de grote steden, mensen die graag een ruime, maar betaalbare auto van een merk met goede reputatie rijden, ook voor lange afstandsreizen naar het buitenland. Maar omdat deze oude diesels aanzienlijk meer PM10 (fijnstof) produceren dan nieuwe exemplaren ontstond bij de overheid de zorg dat deze nieuwe groep voertuigen een extra belasting voor het milieu zouden kunnen vormen. Nader onderzoek moest uitkomst bieden of deze vrees terecht was. Het resultaat daarvan ligt nu op tafel.
De FEHAC is erg teleurgesteld over de kwaliteit van het rapport en vooral over de conclusie. Een essentiële fout is dat het rapport het begrip "oldtimer" hanteert als verzamelbegrip voor alle oude personenauto's, en geen onderscheid maakt tussen auto's die uit liefhebberij worden gehouden en auto's die voor dagelijks gebruik zijn aangeschaft. Oldtimers zijn oude tot zeer oude auto's, maar lang niet al die oude auto's zijn historische voertuigen zoals wij die koesteren!

De FEHAC doet zelf al jaren onderzoek naar de milieueffecten van oldtimers. Daaruit is voortgekomen dat de "echte oldtimers" geen enkel probleem vormen wat betreft hun bijdrage aan de uitstoot van fijnstof en stikstofdioxide (NO2): door de schaarse ritjes met deze klassiekers worden de normen echt nergens overschreden, ook niet in stedelijk gebied. Het rapport echter scheert alles over één kam, waardoor bij het grote publiek de indruk wordt gewekt dat juist klassiekers de lucht gigantisch vervuilen.
De conclusie van dit rapport is dat het weren van alle oldtimers uit de bebouwde kom  er voor zal zorgen dat Nederland in 2015 aan de Europese norm zal kunnen voldoen. Het mag duidelijk zijn dat de FEHAC daar op goede gronden weinig geloof aan hecht.   Uit eigen onderzoek blijkt duidelijk dat de milieu-invloeden van oldtimers veel geringer zijn dan wordt aangenomen. De FEHAC dringt ook aan op nieuw en nauwkeurig onderzoek naar de werkelijke emissies.
In het nu gepubliceerde rapport zitten nogal wat aannames die twijfelachtig zijn (de samenstellers erkennen dit zelf op enkele punten). Het gebruik van klassiekers in stedelijk gebied is bijvoorbeeld veel te hoog ingeschat. Dit komt omdat de genoemde kilometrages van tamelijk jonge auto's, van 9 jaar en ouder, dienen als onderbouwing voor die van de oldtimers van het rapport, dus zonder afbakening tussen de echte oldtimers en de recente import. Bovendien gaan de rapporteurs er zelfs in hun gunstigste scenario van uit dat de import in 2012 en verdere jaren op het niveau van 2011 zal blijven. Uit de meest recente cijfers blijkt echter dat er al dit jaar een scherpe daling is opgetreden. En die zal structureel zijn, ten eerste omdat de voorraad belastingvrije auto's (voor dagelijks gebruik) slinkt, ten tweede omdat er eind 2011 een nieuwe belastingregime voor oldtimers is ingegaan. De belastingvrijstelling gaat hierdoor stapsgewijs van 25 jaar naar 30 jaar. Belangrijker nog: voor diesels van na 1986 moet in ieder geval de brandstoftoeslag worden betaald. Voor het meest geïmporteerde type gaat het hierbij al gauw om minimaal  € 700 per jaar. De roep om afschaffing van het voordelige belastingregime voor oldtimers is daarom misplaatst en slecht onderbouwd. Zoals de genoemde cijfers al aantonen zal het nieuwe regime het probleem vanzelf oplossen.
De conclusie van de FEHAC is dan ook dat Milieuzones waarin echte authentieke historische voertuigen uit de bebouwde kom verbannen worden  geen wezenlijke bijdrage leveren aan een beter milieu. Het zou zoiets zijn als een stadionverbod voor alle voetbalfans om een kleine groep relschoppers te weren!
De FEHAC  is er van overtuigd dat de aangesloten leden alle aandacht hebben voor een beter milieu, maar de onterechte veroordeling tot het definitief parkeren van onze klassiekers is niet acceptabel en we zullen dan ook alles doen om politici er van te overtuigen dat opvolgen van de conclusies van dit rapport niet de juiste weg is.
Bert Pronk  Voorzitter FEHAC

Een paar dagen eerder had de FEHAC het volgende persbericht verstuurd:

 

Scherpe daling import klassieke auto's
De FEHAC constateert dat hoewel het nieuwe fiscale beleid met betrekking tot de
Motorrijtuigenbelasting voor klassiekers pas op 1 januari 2012 is ingegaan, nu al is vast te stellen
dat - grotendeels als gevolg van dat nieuwe overheidsbeleid - de import van klassieke auto's over
de eerste 5 maanden van 2012 scherp gedaald is.
Het onafhankelijke Global Automotive Consultancy bv heeft op basis van de gegevens van RDC en VWE becijferd dat de importdaling over de eerste 3 maanden van 2012 voor diesels al 27,4% bedraagt, vanaf april heeft die trend zich zelfs nog versneld.
Over de eerste 5 maanden van 2012 is de geëxtrapoleerde importdaling in 2012 t.o.v. 2011 voor alle
klassiekers samen 31,1%, voor diesels is de daling het grootst met 37,9%. De daling bij benzine auto's
bedraagt 27,0%

Op 1 januari 2012 is de Motie Van Vliet in gegaan. Daarmee is geregeld dat de leeftijd waarbij klassiekers worden vrijgesteld van Motorrijtuigenbelasting stapsgewijs wordt opgetrokken van 25 naar 30 jaar. Bovendien is daarbij vastgelegd dat klassiekers met een bouwjaar na 1986 de brandstoftoeslag voor Diesel of LPG wél moeten voldoen.
Uit de bovenstaande analyse blijkt dat de Motie Van Vliet (2e Kamerlid van de PVV) nu al het verwachte effect heeft gehad; de import en het bezit van een jonge klassieker voor een niet-liefhebber, en het dagelijks inzetten daarvan als ware het een modern voertuig, zijn veel minder aantrekkelijk geworden. Mede ook omdat die niet-liefhebber zich wél geconfronteerd zal zien met de typische klassieker 'uitdagingen' zoals frequent onderhoud en soms een zoektocht naar onderdelen.

In de ogen van de FEHAC is dit een gewenste ontwikkeling.
De FEHAC is pleitbezorger van de belangen van het Mobiele Erfgoed en van de eigenaren van klassieke voertuigen. De FEHAC en de ruim 200 bij de FEHAC aangesloten clubs staan voor het spaarzaam, liefdevol en hobbymatig gebruik van klassiekers.
Tegelijkertijd is het van groot belang dat de liefhebbers hun klassieker in alle vrijheid en zonder
opgelegde beperkingen kunnen blijven gebruiken, zodat het Mobiele Erfgoed daadwerkelijk Mobiel blijft.
Dit natuurlijk altijd met respect voor de belangen van anderen en de leefomgeving.

Zie ook verder de site van de FEHAC: www.fehac.nl

 

De conclusie is echter mijns inziens dat de uitzonderringsregels voor klassiekers steeds in gevaar worden gebracht door de mensen die slechts "klassiekers" rijden uit bezuinigings-overwegingen en niet omdat men een liefhebber is.... Tom